Iaido is de kunst van het Japanse zwaard, de katana, het legendarische
wapen van de heldhaftige samurai. Voor Japanners is er geen eerbiedwaardiger
wapen dat beter de bushido, de riddermoraal van de samurai, symboliseert.
Geen ander wapen is nauwer met de geschiedenis, traditie en cultuur van
het land verbonden.
Training in de weg van het zwaard kan in drie categorieen verdeeld worden.
Een eerste vindt men in het moderne kendo, het Japanse schermen. De kendoka
dragen beschermende kledij (bogu) en vechten met bamboe oefenzwaarden (shinai).
Door kendo leert de zwaardvechter timing, afstand en andere faktoren van
het gevecht met een echte tegenstander. Kendo is misschien wel de enige
krijgskunst waar in competitievorm echte technieken met volle kracht en
snelheid kunnen uitgevoerd worden zonder gevaar voor verwondingen.
Een tweede onderdeel is het inoefenen van technieken met houten zwaarden
(bokken, bokuto). De bokken lijkt meer op een echt zwaard dan de shinai,
en laat toe de technieken in detail te bestuderen, maar is ook gevaarlijker.
Daarom worden met de bokken enkel afgesproken oefeningen (kata) met een
partner uitgevoerd. Hierbij wordt geen bescherming gedragen. De snelheid
en realiteitszin van de uitvoering zal afhangen van het niveau van de beoefenaars.
Het derde onderdeel maakt gebruik van een echt zwaard (iai). De beheersing
van een echt zwaard kan men niet volledig leren met enkel een bokken. Een
belangrijk oefenpunt is dat de slag met het zwaard perfect volgens de hoek
van de snede moet gebeuren (hasuji). Ook voor het omgaan met de schede
(saya), het trekken en wegsteken van het zwaard, heeft men een echt zwaard
nodig. Omwille van het gevaar voor beschadiging van de beoefenaars en van
de kostbare zwaarden, worden (op enkele uitzonderingen na) alleen oefeningen
uitgevoerd met een ingebeelde tegenstander.
Een aparte onderverdeling van iaido is iai giri, het oefenen van snijden
met het zwaard. Hierbij worden als oefening bamboestokken, opgerolde rieten
matten en dergelijke doelen in stukken gehakt. Dit soort training wordt
vaak verkeerd tamashi giri genoemd. Tamashi giri is een officieel gebeuren
waarin een bevoegde ambtenaar een zwaard aan bepaalde kwaliteitstesten
onderwerpt, en daarvan een getuigschrift opstelt.
De meeste kata in iaido behandelen situaties waar plots het zwaard nodig
is, zoals ter verdediging tegen een onverwachte aanval. Verschillende technieken
worden aangeleerd waarbij het zwaard getrokken wordt op zo een manier dat
er direkt mee geslagen of afgeweerd kan worden (nuki tsuke). Dit is een
groot verschil met kendo, waar de tegenstanders met getrokken wapens tegenover
elkaar gaan staan, alvorens een duel te beginnen. Nadat de aanvallers uitgeschakeld
zijn, wordt bloed van het zwaard geschud (chiburi), en het zwaard gaat
terug in de schede (noto). Dit moet gebeuren zonder openingen voor een
aanval te laten, en met de volle aandacht gericht op de gevallen tegenstanders
(zanshin).
De oorsprong van Seitei Iai
De meest beoefende iaidostijl is deze gepromoot door de Zen Nihon Kendo
Renmei (Heel Japan Kendo Federatie, ZNKR), vroeger bekend als seitei gata
(standaard vorm). Deze stijl verandert bijna jaarlijks als gevolg van bijschavingen
door een commissie van iaido grootmeesters in Japan. Sommige van de wijzigingen
betekenen een verbetering en maken de kata logischer, maar soms speelt
politiek getouwtrek tussen de verschillende scholen die in de commissie
vertegenwoordigd zijn ook een rol. Om te begrijpen waarom deze mensen in
de 20ste eeuw nog nieuwe zwaardtechnieken ontwikkelen, is het nuttig iets
te weten over de geschiedenis van Iaido.
Iaido is de kunst van het zwaard te trekken en in dezelfde beweging
aan te vallen of zich te verdedigen. Op het slagveld van de latere Nara
en Heihan perioden waren de samurai gewapend met speren, maar als hun wapen
brak of de vijand te dichtbij kwam, moesten ze bliksemsnel hun lange of
korte zwaard kunnen trekken. Dit leidde tot de ontwikkeling van technieken
die bekend waren als nuki ai, iai, za ai, bakken, saya no uchi, riho, batto
en nog vele andere benamingen. Deze technieken maken dan ook deel uit van
vele oude bugei scholen.
De persoon die als vader van iaido beschouwd wordt is Hayashizaki Junsuke
Shigenobu, die leefde rond 1500 in de provincie Oshu. Over zijn leven bestaan
vele legenden. Volgens een bepaald verhaal zou hij iai ontdekt hebben in
een visioen terwijl hij zich voorbereidde om de moordenaar van zijn vader
te bevechten. Hayashizaki was waarschijnlijk niet de eerste uitvinder van
iai. Hij doorkruiste wel heel Japan en gaf zijn eigen methodes door aan
zeer vele leerlingen, die op hun beurt vele van de latere iaido schole
oprichtten. Hij was ongetwijfeld de grootste verspreider van iaido en de
inspiratie en leraar van vele latere iaido meesters. Hijzelf was de stichter
van de iaido school van de Tosa clan, die later zou opsplitsen in de huidige
Muso Shinden ryu en Muso Jikiden Eishin ryu. Hij inspireerde onrechtsreeks
de vorming van de Hoki ryu, Tamiya ryu, Jushin ryu, Hayashizaki ryu, Shin
Muso ryu, en nog vele andere.
Muso Shinden ryu
Gedurende de Meiji periode trok een man genaamd Nakayama Hakudo naar
de Tosa provincie om iaido te leren bij Hosokawa Yoshimasa en Morimoto
Ukumi in de Eishin-ryu. Gebaseerd op deze training ontwikkelde Hakudo in
1934 de Muso Shinden-ryu. Naar het voorbeeld van de meesters van de Eishin-ryu
begon Hakudo openlijk les te geven in de eens geheime iaido technieken.
Hakudo was trouwens een goede kennis van Morihei Ueshiba en spoorde vele
van zijn studenten (waaronder ook latere kendo beroemdheid Nakakura) aan
om Aikido te leren.
Het moderne Iaido
De oorlog en het daarop volgend verbod op de krijgskunsten stopten de
verspreiding van iaido tot het verbod in 1953 opgeheven werd. Iai werd
toen opgenomen in de ZNKR, met dan graden van shodan tot judan, en leraardiplomas
van renshi, kyoshi en hanshi zoals in kendo. Maar met alle verschillende
scholen was er geen manier om deze graden toe te kennen. Hoe moest je iemand
van Hoki ryu vergelijken met iemand van Muso Jikiden Eishin ryu? Daarbij
kwam dat vele kendoleraren hun studenten aanspoorden om ook iaido te leren
zodat ze een gevoel kregen voor het gebruik van een echt zwaard, maar de
oude iaido scholen vormen een krijgskunst op zichzelf die vele tientallen
jaren neemt om te leren. Hoe kon je een simpele inleiding geven in iaido
aan een moderne kendoka?
De enige oplossing waarmee iedereen kon akkoord gaan was om een nieuw
systeem uit te vinden dat kon dienen als eerste kennismaking, en zou toelaten
op een standaard manier examens af te nemen. Het was ondenkbaar om een
bepaalde bestaande stijl boven alle anderen te verkiezen en op te leggen
aan de beoefenaars van alle andere stijlen. Twaalf iaido grootmeesters
werden uitgekozen om een nieuwe reeks technieken uit te vinden, geinspireerd
op de oude scholen. Ze kwamen bijeen in de Budokan in Tokyo en probeerden
overeen te komen over de technieken van seitei iai.
Een voorbeeld van de gesloten compromissen is de eerste kata Ippon me
Mae. In de Omori stijl, beroemd voor de gracieuze en grote bewegingen,
trekt de beoefenaar zijn zwaard in een horizontale slag, en dan in furikaburi
(zwaard boven het hoofd brengen ter voorbereiding van een vertikale slag)
brengt hij de punt van het zwaard rond de rechterschouder. In Eishin ryu
daarentegen wordt het zwaard na de horizontale slag recht omhoog gebracht
in een beweging die tsuri age heet ("vislijn omhoogtrekken").
Een detail misschien, maar een belangrijk geschilpunt tussen de twee stijlen.
Het compromis is dat het zwaard omhooggebracht wordt langs het linkeroor,
ergens halverwege tussen de twee methodes.
Het was niet makkelijk voor deze leraars, meesters in hun eeuwenoude
tradities, om hun dierbare opinies opzij te zetten en met elkaar samen
te werken. In mei 1969 werd de eerste seitei iai kata aan het publiek gepresenmteerd
tijdens de Kyoto Taikai in de oude Butokuden in Kyoto. De reeks bestond
uit zeven katas. De eerste twee, Mae en Ushiro, kwamen uit de Omori-ryu.
De derde, Ukenagashi, was afgeleid van kata in de Omori-ryu en de Muso
Jikiden Eishin-ryu. De vierde kata, Tsuka Ate, leek op tate hiza technieken
van de Eishin-ryu. Kesa Giri, was afgeleid van de Hoki-ryu. De Morote Tsuki
kata was een steekbeweging die in vele scholen voorkwam.
Later werd beslist om nog drie kata bij te voegen. De nieuwe kata werden
voorgesteld in 1981. De achtste kata, Ganmen Ate, was afgeleid van de Muso
Shinden-ryu oku iai methodes. Soete Tsuki kwam van een bekende Hoki-ryu
techniek, en Shiho Giri, was ook een Hoki-ryu kata.
Tenslotte (tot nu toe) werden nog twee kata toegevoegd in 2001, nr.11
Sougiri, en nr. 12 Nukiuchi. De bewegingen zijn voornamelijk door Kendo
zelf geinspireerd, hoewel gelijkaardige kata voorkomen in de Muso Shinden
ryu Okuden, respectievelijk Mugai ryu.
De seitei gata hebben ongetwijfeld hun nadelen. Het systeem is er echter
in geslaagd iaido zodanig te populariseren dat er nu duizenden beoefenaars
zijn, en misschien nog belangrijker, Seitei iai heeft de vroeger geisoleerde
klassieke scholen veel dichter bij elkaar gebracht en meer doen samenwerken.
Opmerking: de officiele naam van de seitei gata is nu ZNKR iaido.
Zen Nihon Kendo Renmei Iaido Kata
- Mae (voor): vanuit seiza, 1 aanvaller vooraan
- Ushiro (achter): vanuit seiza, 1 aanvaller achteraan
- Uke nagashi (opvangen en wegvloeien): vanuit seiza, 1 aanvaller van
links
- Tsuka ate (slag met handvat): vanuit tate hiza, 1 aanvaller vooraan
en 1 achteraan
- Kesa giri (voorslag snijden): staand, 1 aanvaller vooraan
- Morote tsuki (met beide handen steken): staand, 2 aanvallers vooraan
en 1 achteraan
- Sanpo giri (3 richtingen snijden): staand, 1 aanvaller vooraan, 1 links
en 1 rechts
- Ganmen ate (slag op gezicht): staand, 1 aanvaller vooraan en 1 achteraan
- Soete tsuki (steek met steunende hand): staand, 1 aanvaller van links
- Shio giri (4 richtingen snijden): staand, 4 aanvallers.
- Sou giri (alles snijden): staand, 5 aanvallers.
- Nuki Uchi (trekken en slaan): staand, 1 aanvaller.
De betekenis van Iaidotraining
Iai is eerst als een zwaardmethode begonnen, maar het doel van iai is
in de eerste plaats mentale training en daarmee samengaand lichamelijke
training en training van de technieken.
Iai traditie werd overgeleverd van generatie naar generatie. Het ontwikkelde
tot een systeem waarbij de geestelijke vorming veel belangrijker werd dan
de uiteindelijke techniek van het doden van de tegenstander. De echte geest
van het iai vindt men dus niet noodzakelijk in het doorhakken of het snijden
van de tegenstander. Overwinning in iai is te vinden in het niet tot wraak
geneigde hart en het niet aangaan van het conflict door het zwaard niet
te trekken. Daarom werd iai ook genoemd: saya no uchi no kachi (overwinning
met het zwaard in de schede of het niet getrokken zwaard).
Met andere woorden iai is een trainingsvorm om menselijke perfectie
en waardigheid te verwerven. Algemeen betekent iaido de weg of de manier
om in harmonie te leven en door eindeloze oefening in harmonie te komen
met al wat ons omringd. Zwaardkunst is m.a.w. een manier om tot volledige
geestelijke en lichamelijke ontwikkeling te komen.
Op technische vlak wordt iai ook als een zeer moeilijke techniek beschouwd,
het aanleren ervan vergt van de beoefenaar dan ook een heel grote concentratie,
zowel geestelijk als lichamelijk, aanhoudend doorzettingsvermogen is vereist
bij het beoefenen van iaido.
|